Patiëntenverslag van Hulda Clark
voorgelezen tijdens
een
Synchrometerdemonstratie in 2000.
De meester aan het werk
Het
volgende is een de vertaling van een transcriptie van een
patiëntenverslag tijdens een Synchrometerdemonstratie in 2000 met
Hulda Clark en Carmen Myers.
Dit volgende
patiëntenverslag laat op een prachtige manier de meester zelf aan
het werk zien. Aandoenlijk, fascinerend en uiteindelijk schokkend
tegelijk!
Schokkend om twee redenen: Om te beginnen het eind van het verhaal,
zoals je zelf wel zult zien, maar misschien nog wel veel
belangrijker: het laat je zien dat kanker te genezen is en nog snel
en vrij eenvoudig ook! Dat betekent nogal wat!
Hoeveel mensen sterven
er dan niet onnodig elke dag en wat voor beeld geeft dat ons van
onze "medische wereld", die inderdaad een wereld op zich is
geworden. Een indrukwekkende wereld van macht en geld, die ons
dicteert wat wel en wat niet mag en zo verweven is geworden met
politiek en wetgeving dat natuurlijk genezen bijna wordt gemaakt tot
een misdaad!
Maar dat is wel de
manier waar Hulda Clark haar 99% patiënten mee genas. Haar manier
van genezen is heel natuurlijk en ze gebruikt daarvoor belangrijke
natuurgeneeskundige principes voor het zuiveren van het lichaam.
Maar dat niet alleen. Kruiden, vitamines, antibiotica indien nodig,
speciale zouten, zuren, en een heel scala van andere middelen wordt
in de strijd gebruikt en dit alles samen met de Zapper, terwijl het
hele verloop nauwlettend in de gaten wordt gehouden met de Synchrometer. Wat een kunstwerk!
Ik
hoop dat je net zo geboeid zal zijn door dit verhaal als ikzelf.
Een
hartelijke groet,
Het patiëntenverslag
Vertaling: Harm Valentijn
Ik
heb het patiëntendossier meegenomen van een klein meisje van 5 dat
vorige week bij ons kwam voor behandeling.
Ik
had eigenlijk een andere lezing voorbereid voor deze middag, over
hoe we in de kliniek te werk gaan, maar er is intussen iets gebeurd
dat mij heel erg heeft geraakt afgelopen weekend en ik dacht dat het
interessanter zou zijn.
Ik
heb het dossier meegenomen van dit kleine meisje zodat ik het
verhaal direct uit het dossier voor kan lezen.
Afgelopen zaterdag verwachtten we een nieuwe patiënt om 12.00 uur.
We wachtten tot 4 uur en omdat er uiteindelijk niemand leek te komen
besloten we om onze spullen te pakken en naar huis te gaan. We
liepen net naar buiten toen de familie toch arriveerde en dus gingen
we weer naar binnen en maakten ons klaar.
Een
moeder hield een klein meisje van 5 in haar armen met lang krullend
haar. Ze reageerde nergens meer op en haar lichaam was helemaal
slap. Haar hoofd hing en haar ogen waren gesloten.
De
moeder vertelde dat haar dochtertje 2 dagen niet had gegeten en
gedronken en de week daarvoor had ze alles wee overgegeven wat ze
had gegeten. Ze was lange tijd niet naar het toilet geweest,
waarschijnlijk wel een week.
Ik
dacht bij mezelf: die moeten we direct naar het ziekenhuis sturen
want het zag er niet naar uit dat ze nog dagen te leven had, maar
omdat er toch nog een arts in onze kliniek aanwezig was die nog niet
naar huis was gegaan, overlegden we snel en we waren het erover eens
dat als we het meisje naar het ziekenhuis zouden sturen, dat ze er
nooit meer uit zou komen. We zouden nooit onze methodes mogen
toepassen op de intensive care, niet in Amerika noch in Mexico en de
eerste 24 uur zouden kritiek zijn. We zouden al die tijd kwijt raken
aan wat voor procedure ze dan ook maar op haar zouden toepassen.
Misschien zouden ze haar leven redden, maar het zou sowieso volledig
nutteloos zijn wat betreft haar volledige herstel (als ze het al zou
overleven).
Ze
had botkanker, werd ons verteld, in haar knie en onderbeen dat was
uitgezaaid naar de rest van het lichaam en naar haar andere been.
Het
was onmogelijk om chemotherapie te doen. Het was niet mogelijk het
te bestralen en als ze zouden willen opereren, dan zouden ze haar
benen moeten amputeren tot het midden van haar bovenbeen en dan zou
het nog niets helpen. Door de uitzaaiing maakte ze geen enkele kans.
Dus, zo bedachten we, zouden we beter onze methodes eerst toepassen.
We
lieten een familielid en de moeder, die aan een stuk door huilde,
zitten. Ze had het kind horizontaal over haar schoot liggen. Het was
onmogelijk om via de hand van het meisje zelf te testen met de
Synchrometer en in zo’n geval testen we via het speeksel van de
persoon en we kregen een heel klein beetje spuug van haar en deden
dat in een druk en sluitzakje. We gebruikten het als een
weefselmonster.
We
zagen met de Synchrometer dat het meisje helemaal vol zat met
Salmonellabacteriën en griep – het gewone griepvirus. De moeder
vertelde dat ze de laatste weken steeds koorts had gehad, de ene
keer wat lager, maar dan weer erger. We zijn direct op zoek gegaan
naar Clostridium-bacterie, om te zien of ze sowieso wel een
overlevingskans had of niet. En inderdaad, de Clostridium was niet
in heel haar lichaam, maar alleen in haar botten. Het zat zelfs niet
in haar beenmerg. Ze was nog nooit naar de tandarts geweest en dus
kwam de bacterie niet uit haar tanden, dat was in ieder geval wat
goed nieuws!
We
hebben haar direct 3 druppeltjes Lugol’s gegeven (Harm: Dat is
Jodium voor het doden van de Salmonella).
Ik laat je nu zien hoe we kanker behandelen in Tijuana (Mexico) en
het is een beetje anders dan ik in het boek heb beschreven want dit
is ons eerste hulpprogramma en het is voor iemand die nauwelijks
nog iets kan slikken. Zij lag in de armen van haar moeder en kon
immers niet veel.
De toenmalig
kliniek van Hulda Clark's team in Tijuana/Mexico
Laat me even in haar dossier kijken en voorlezen wat er staat...
Dit
zijn de speekselmonsters zoals vermeld in haar dossier: Kind, meisje
leeftijd 5 jaar, Erwing’s sarcoma uitgezaaid naar het beenmerg, ze
heeft een tumor van 8 ½ centimeter en andere tumoren in haar
gewrichten van rechterbeen, zowel als van haar linkerbeen. In de
toestand waarin ze was, was het niet nodig om te zoeken naar
tumoren, of scans te doen, maar we deden wel een bloedtest. Dat deed
de verpleegster voor ons, maar er was geen rede om haar met meer
dingen lastig te vallen want dit zouden wel eens de laatste kostbare
uren kunnen zijn die moeder en kind samen hadden. Het zou toch
verder niets uitmaken en mocht ze verbeteren, dan zouden we nog alle
tijd hebben om het later te doen.
We
gaven haar 3 druppeltjes Lugol’s in een achtste kopje water. De
moeder trok haar lip wat naar beneden en probeerde het naar binnen
te gieten, zoals haar was geïnstrueerd om te doen. Door middel van
het speekselmonster zagen we dat ze vol gist zat, gewone bakkersgist
dat je gebruikt om brood mee te bakken. En een schimmel die op
Sorghum groeit, een soort maïs. We zien die vrij regelmatig want het
is vaak aanwezig als je grote platwormen hebt gedood in het lichaam.
We hebben veel meer platwormen dan ik je ooit heb laten weten in
mijn boeken. Ik heb ze gevonden via een iets andere benadering met
dezelfde technologie. Dus het eerste wat ik wilde doen, is zien
hoeveel ze er had. Om te zien of het een totaal hopeloze situatie
was of niet. Ze had een of twee grote platworm in 2 van de 3 botten
van haar schedel en op een aantal andere plaatsen en we wisten dus
dat ze er vol mee zat. Daarom had ze ook die schimmel, deze twee
schimmels (gistvariëteiten), maar geen andere schimmel had van haar
lichaam bezit genomen.
Als
je deze grote platwormen doodt op een plekken waar ze niet meer uit
kunnen, normaal gesproken worden ze uitgescheiden door het
darmstelsel, maar als ze in je hersenen zitten of in je bot of
spier, dan kunnen ze er niet uit en beginnen direct te rotten. Wat
betekent rotten? Wel, denk aan een dode vis die op de bodem van het
aquarium ligt in de dierenwinkel. Je ziet dan een hele waas om zo’n
dood visje heen en dat is allemaal schimmel. Zodra iets dood gaat,
nemen bacteriën en schimmels de overhand. Dat is wat er ook in ons
gebeurt als je grote platwormen doodt. Het heeft dus hoge prioriteit
om het snel te verteren.
Daarom hebben we direct spijsverteringsenzymen naar onze kliniek
laten brengen en, de familie arriveerde om 4 uur en het was nu 4:15
uur en de tijd tikte maar door, we roerden het een beetje door en
gaven haar een dosis door haar tanden heen.
Tegelijkertijd gingen we door met testen en vonden haar maag vol Stafylokokkenbacteriën. We renden naar de andere ruimte en haalden
snel penicilline, maakten het klaar voor haar en gaven haar er een
koffielepel van. Tegelijkertijd zetten we de moeder in onze
“zapper-stoel” gaven haar wat isolatiemateriaal waarmee ze de handen
van haar dochter op de elektroden kon houden. Al het andere wat het
meisje nodig had gaven we haar terwijl ze zat te zappen.
We
vertelden de moeder dat als het kind om 7 uur ’s avonds nog niet zou
eten, ze haar alsnog naar het ziekenhuis moest brengen. We vertelden
haar niet wat dat zou betekenen.
We
dachten dat dit het beste compromis was want er waren ook andere
redenen waarom we haar niet mochten verliezen.
We vertelden de moeder dat, mocht ze het kind wat te eten kunnen
geven, dat ze het ons zou laten weten en dat er dan een verpleegster
langs kon komen om te zien of dat ook werkelijk zo was. Zo niet, dan
moest ze toch nog direct naar het ziekenhuis.
Ik
hoorde niets meer van ze tot maandagmorgen. Ze hadden de opdracht
gekregen om in de tussentijd ook een homeopathisch middel te nemen,
Oscillococcinum, tegen de griep die we bij haar hadden gevonden.
Maandagmorgen kon de moeder het kind gewoon rechtop houden en het
kind kon haar hoofd ook zelf rechtop houden en haar ogen waren open.
Ze gingen zitten. Ze was veel te bang voor me om haar hand aan te
raken en dus gingen we gewoon verder met het speekselmonster.
We zagen dat de enzymen de schimmels hadden verteerd, dat het
antibioticum had gewerkt en dat het zappen veel had gedaan. De
moeder vertelde dat ze haar ogen in feite open gedaan had direct na
het eerste uur zappen (we zapten haar een uur lang). We konden haar
geen oregano-olie geven want dat was veel te sterk voor een klein
kind dat niet goed wakker is en bereid om het in te nemen, maar het
antibioticum dat we gebruikten, plus het zappen, hadden de schimmels
en bacteriën uit het bot en uit de tumor verwijderd.
Op
maandag dus, keek ik naar haar botkanker. Haar kleine rechter
knietje en beentje waren twee keer zo dik als normaal en bij
aanraken zo heet als een hete kachel en ze vertrok haar gezicht als
je haar aanraakte.
De andere knie was ook aangedaan, maar minder. Ze keek naar me
terwijl ik dit allemaal aan het doen was – ze was wakker en bewust.
Toen we testten of de griep er nog was, bleek deze weg te zijn. Ze
had de Oscillococcinum nu twee dagen ingenomen, dus adviseerden we
om daar mee te stoppen. Haar rechter beentje was helemaal opgezet
tot net onder haar knie.
Nu
had ze volgens onze test geen gist en sorghumschimmel meer – we
konden het nergens meer vinden - , dwz ze had ze vernietigd, maar nu
was daar een grote hoeveelheid kobalt, het giftige element kobalt,
dat vrijgekomen was in haar lichaamweefsels (de kobalt had in de
gist en sorghumschimmel gezeten). Dit is iets dat ik nog niet had
ontdekt toen ik mijn laatste boek af had. (Harm:
dat was toen “de Cure for all advanced cancers”)
Deze Kobalt wedijvert met vitamine B12, neem ik aan, en stopt het
metabolisme. Het is giftig voor een stof waar ik het in mijn laatste
boek over heb gehad en dat is
Acetyl coenzym A.
Acetyl coenzym A is
het punt waar alles wat je eet doorheen moet. Nadat het door die
fase is gegaan, gaat het voedsel verder, of naar de
Citroenzuurcyclus (waar het omgezet wordt in energie), of er wordt
vet van gemaakt of andere stoffen. Maar het moet altijd door die
fase van Acetyl-CoA heen voordat er iets anders mee kan worden
gedaan – en kobalt vergiftigt dat.
De
citroenzuurcyclus
Wel, ze zat daar nu helemaal vol mee, dus
je zou kunnen zeggen dat we op een bepaalde manier de boel hadden
verslechterd. Dat betekende, dat als we niet snel dat kobalt zouden
verwijderen, dat haar celademhaling zou stoppen en ze bewusteloos
zou raken.
Normaal gesproken zouden we die situatie
voor zijn door IP6 te geven. IP6 is Inositol-Hexafosfaat
(Inositolfosfaat met 6 fosfaten er omheen).
Elk van die negatief geladen fosfaten kan
met iets positiefs geladen reageren zoals calcium of kobalt en dat
doet het ook! Het is heel effectief. Het gaat er naar toe en haalt
zo het kobalt eruit.
Dat is wat ze in haar maag had zitten
waardoor ze steeds moest overgeven.
De stafylokokken waren al weg, maar de
kobalt zorgde ervoor dat ze ondanks dat niets in haar maag kon
houden.
IP6 is heel erg zuur, zo
zuur als citroensap, maar we gaven het haar in een glas water met
nog wat inositol eraan toegevoegd om het nog effectiever te maken.
Dit komt uit een boek over inositol, geschreven door de
inositolfosfaat- en IP6 onderzoeker dr. AbulKalam M. Shamsuddin, MD,
Ph.D., die, zoals tegenwoordig zo vaak gebeurt, na 20 jaar zijn
leven hieraan te hebben gewijd, zijn uitvinding nergens kon
toepassen. Dat is de rede waarom hij er uiteindelijk een boek over
heeft geschreven, “IP6 - Nature's Revolutionary Cancer-Fighter”,
en het staat in de boekwinkel voor diegenen die zijn verhaal wel
willen horen. Het is heel erudiet. Het is jammer dat wonderbaarlijk
intelligente en onderzoeksgeoriënteerde mensen hun onderzoek vaak
voor niets doen. Ik hoop dat jullie daar verandering in brengen en
ben heel hoopvol wat dat betreft.
Dus, als we de kobalt niet zouden
verwijderen, dan was ze nog ten dode opgeschreven.
We gaven haar een B12 “i-n-j-e-c-t-i-e”
– (letter voor letter uitgesproken zodat ze niet wist waar we het
over hadden). We hadden er nog even een discussie over met onze
Duitse arts die van mening was dat we het haar gewoon moesten
zeggen, maar ik vond van niet want mocht ze in paniek raken en gaan
schreeuwen, dan zou het erg moeilijk worden haar nog een injectie te
geven. Ik won de strijd. De arts maakte een dosis van 5000 microgram
klaar – dat is 5 keer zoveel als die voor een volwassene – zodat we
er zeker van konden zijn dat het met de kobalt kon wedijveren dat
zich zo’n beetje overal in haar lichaam bevond.
We hadden inmiddels die maandag ook de
resultaten van haar bloedtest en zagen de dingen die we normaal ook
zien, niets was onoverkomelijk ernstig. Er was dus geen rede meer
dat ze zou sterven. Ze moest wel lood in haar lever hebben want haar
transminase-gehalte was erg hoog en daarom controleerden we met de
Synchrometer via haar speeksel of dat het geval was. Je weet nu hoe
dat in zijn werk gaat, precies zoals ik net heb laten zien (zegt
ze tegen het publiek) en er was inderdaad veel lood in haar
lever.
(Harm: wil je zien hoe dat in zijn werk gaat, bekijk dan de
youtube-filmpjes op mijn website
Video's op Youtube die we er over hebben gemaakt.)
We
proberen er achter te komen waar de lood vandaan komt. Haar LDH was
275 – dat had 160 moeten zijn – en als je mijn laatste boek leest
(The cure for all advanced cancers), dan krijg je ook een idee waar
dat door zou kunnen komen. Waarschijnlijk voedingskleurstoffen
(legaal toegestane kleurstoffen).
In
haar bottumor (het is nog steeds maandag), vonden we grote
hoeveelheden asbest. Asbest zorgt ervoor dat het immuunsysteem van
het weefsel (de witte bloedlichaampjes daar) plakkerig worden door
een stof die ferritine heet, waardoor ze hun werk niet meer kunnen
doen. Ze kunnen dan de bacteriën niet meer waarnemen Ze kunnen hun
voelhorens niet meer uitsteken zoals ze horen te doen en kunnen niet
meer “zien” wat nu bacterie is of virus of gifstof.
In
andere woorden, haar afweer en ontgiftingssysteem dat werkt door
middel van de witte bloedlichaampjes was gestopt in haar bot. Dat is
de rede waarom alles er zich zo verzamelde.
We
namen daarom een volledig spectrum-lamp , want we hebben dmv de Synchrometer ontdekt dat deze in staat is om er de witte
bloedlichaampjes mee te zuiveren van de ferritine. Een heel erg
belangrijke ontdekking. Hier zitten we echter binnen onder het licht
van lampen die maar een derde van het spectrum geven, terwijl we
eigenlijk buiten in zonlicht hadden moeten zitten. Niet dat iets dat
zo ver weg is je klinische gezondheid zal geven, zoals we nodig
hadden voor dit kind. We namen onze 24 inch volledig spectrum TL-buis, en terwijl we de moeder lieten zitten voor haar volgende zap-sessie met haar dochter, hield een ander familielid de lamp over
de botten van het meisje – tien minuten op elke plek.
We
lieten ook een stof komen die levamisol heet en die ook in staat is
om ferritine van de witte bloedlichaampjes te halen.
Nu
is het dinsdag – ik lees mijn aantekeningen: Ze heeft alles
ingenomen dat ik haar heb gegeven. Poeders: Echinacea, een kwart
koffielepel; Pau d’arco, een kwart koffielepel – dat zijn de dingen
die schimmels/gisten doden – en Hortensiawortelpoeder, wat je
Germanium geeft. Dat zijn de dingen die je witte bloedlichaampjes
helpen, mochten ze eenmaal vrij zijn van ferritine, om hun werk goed
te kunnen doen. Ze nam nog wat natriumseleniet en ze nam nog steeds
de jodium in. Er was ook nog HCL aan haar eten toegevoegd om het te
steriliseren.
De
volgende dag zag ik haar lopen toen ze aankwamen. De moeder hield
haar hand vast terwijl ze naar de deur van het kantoor liepen. Ik
kon het nauwelijks geloven, maar ze liep!
Ik
keek naar haar been en hij was minder opgezet. Dit is nu woensdag,
de laatste dag dat ik haar gezien heb. Ze rent door de gang heen en
weer.
Ze
hebben een ontlastingsmonster meegenomen, de eerste ontlasting die
ze sinds tijden had kunnen produceren en het was heel makkelijk om
er zo’n 20 platwormen in te zien zitten (als je weet waar je naar
moet kijken). Ze had zowel Fasciloa als Fasciolopsis. Ze had ook
kleinere soorten, maar daar waren we niet naar op zoek. Ik leerde de
moeder hoe ze ze kon herkennen en conserveerde ze – en hier zijn ze
(Dr. Clark zet een wekpot op het podium die gevuld is met een
bruinige vloeistof en kleine roze dingetjes erin).
De platwormen
Als
je ze nog nooit eerder hebt gezien, dan kun je me er later om vragen
en dan laat ik ze je zien en kun je van dichtbij zien hoe ze eruit
zien.
Er
was een keer een kankerpatiënt en toen ze ze zag zei ze: “O, zien ze
er zo uit? Maar die heb ik best we vaak gehad”.
We
hebben allemaal steeds meer en vaker parasieten, dus het is niet
verkeerd om te weten hoe ze eruit zien.
Om
mijn aantekeningen van die woensdag te beëindigen: Ze eet goed, haar
rechter been is een stuk minder dik, maar nog wel warm. Bij het
onderzoeken van haar speeksel blijken er nog steeds grote platwormen
te zijn. We kijken nu even naar de beenderen van haar schedel waar
de immuniteit was verdwenen.
De
botten bij het achterhoofd – nog steeds ferritine. Bij de slapen –
ook nog steeds. Maar in haar been is het verdwenen en ook in de
tumor, alsof het lichaam wist waar het het eerst moest beginnen. Dus
er was geen ferritine meer in de tumor en de witte bloedlichaampjes
kunnen weer aan het werk om de calciumafzettingen op te ruimen en al
het andere dat daar was.
Als
we naar de tumor kijken – er is geen gist en sorghumschimmel meer,
geen kobalt, noch voedingskleurstoffen, astbest, koper of vanadium.
De
malonzuren die we er ook hadden gevonden, waren ook verdwenen, alle
vijf. Aflatoxine was verdwenen. De witte bloedlichaampjes bij de
tumor waren echter vol asbest, een goed teken want dat betekent dat
ze hun werk weer deden. Ze zaten ook vol calciumdeeltjes, wat
betekent dat ze bezig waren met het verwijderen van de tumor. In
minder dan een week hebben het proces dus kunnen omdraaien en dat is
ook de belofte – dat is waar de diagnose dmv de Synchrometer toe in staat is. Ik ben
hier gekomen om dat te laten zien en morgen is er een workshop
gepland voor een ieder die dat graag ook wil leren.
Hulda Clark
met haar belangrijke uitvinding: de Synchrometer
Ik
heb nog vijf minuten over, dus ik wil even terug naar dat wat ik
begonnen was te vertellen. Als je 10 therapieën zou hebben tegen
kanker en een ieder gaf je slechts 10% remissie, dan zou dat al
fantastisch zijn en dan zou voor een ieder de mogelijkheid moeten
worden gegeven en gecreëerd om zo’n therapie te volgen.
We
hebben de ervaring van 100 jaar van enorm veel leed, 100 jaar waarin
veel verschillende dingen gedaan hadden moeten worden en ik geloof
wat dat betreft dat we de talenten die er zijn veel te weinig
benutten. Zoals die van de vele alternatieve therapieën en
therapeuten, tandartsen en al diegenen die diep van binnen
wetenschappers zijn. Je hoeft geen titel te hebben om een
wetenschapper te zijn. Als je gelooft in oorzaak en gevolg, en als
je aantekeningen bij zou houden en je zou blijven richten op een
probleem en met veel doorzettingsvermogen door zou gaan met het
onderzoeken ervan, dan ben je een wetenschapper, want dat is wat
wetenschap is. Een ieder kan in feite een wetenschapper zijn!
De
wereld is vol met mensen die heel goed en breed zijn opgeleid,
veelal zelfs beter dan artsen. En zie: het antwoord kwam in dit
geval niet van de medische wereld, maar van een begrip over biologie
(=de studie van alles wat leeft) samen met wat elektronica.
PS van dr. Clark:
Dit kind had botkanker over haar hele lichaam van top tot teen, plus
een hersentumor, wat ik pas later ontdekte toen ik thuis haar scan
zag. Het was duidelijk dat dit kind veel meer behandeling nodig had,
maar haar ouders vonden dat het genoeg was omdat ze weer kon spelen
en genieten van het leven.
We
zullen wel zien...
www.huldaclark.tk
|